De telefoon helpt het kind van zijn telefoon af

29 januari 2020



Dit artikel is afkomstig van De Volkskrant.
Door: Maarten van Gestel, 24 januari 2020.

 

Kinderen komen steeds minder buiten omdat ze geplakt zitten aan hun schermpjes. Nu zijn er apps die ze tot buitenspelen moeten verleiden.


Alsof hij volledig is opgezogen in de gamewereld, zo kijkt dit jongetje naar zijn computerscherm. Hij zit in een donkere kamer, we horen hem driftig op de knoppen van zijn controller drukken. Uit frustratie slaat hij met zijn vuist op de tafel en neemt hij een hap chips. De boodschap van dit promotiefilmpje is duidelijk: binnen gamen is voor kinderen net eenzame opsluiting in een desolate jeugdgevangenis.
 

Gelukkig is ontsnappen mogelijk. Zo zien we in het volgende shot van de video van buitenspeelapp Pleintje. Het jongetje heeft een zonnige speeltuin in Haarlem bereikt, zijn telefoon in de aanslag. Via Pleintje nodigt hij nu zijn vriendjes uit. Even later klimmen ze lachend op de toestellen en trappen ze een voetbal over.
 

Nu kinderen door smartphones en spelconsoles te weinig buiten komen, zijn het apps en dezelfde smartphone die ze weer naar buiten moeten krijgen. Een paar jaar geleden renden hordes kinderen buiten al achter hun telefoon aan om in Pokémon Go digitale monsters te vangen. Nu zijn apps in opkomst waar het klassieke buitenspelen centraal staat. Het Canadese Biba Playground Games werd door Time Magazine verkozen tot een van de beste uitvindingen van 2019. Bijna vijfduizend speeltuinen zijn al aangesloten bij de app, stelt het bedrijf. Gebruikers hebben in speeltijd al meer dan vierduizend dagen buiten gespeeld. 
 

Dit jaar verschijnen ook de eerste Nederlandse buitenspeelapps. Een start-up komt met Pleintje, waar kinderen elkaar kunnen ‘uitdagen’ om buiten te spelen. Ook buitenspeelclub Jantje Beton komt met een online-platform voor buitenspelers. Op Play to Move klimmen kinderen omhoog in het scorebord door te schommelen, te stoepkrijten en boomhutten te bouwen. Zijn apps het redmiddel om kinderen van hun schermen te krijgen, of werken ze het probleem juist in de hand?
 

Bellenblazen of fluisteren

‘Wat doe je het liefst: bellenblazen, fietsen of fluisteren?’ Bellenblazen, klikt Nio (6) aan, die de testversie van Play to Move voor de Volkskrant uitprobeert. ‘Dansen, handjeklap of cowboy spelen?’ Na negen vragenrondes maakt de proefversie van de Jantje Beton-game een profiel van Nio. Hij blijkt 46 procent fysiek, 54 procent creatief en 0 procent sociaal. ‘Hoera!’, ziet Nio op het computerscherm. ‘Jouw speelstijl is creatief/fysiek. Dit vind jij leuk: avontuur, verkennen, angsten overwinnen. Voorbeelden: avonturentocht door de buurt, boomhut maken, brug over een slootje maken, kuil graven.’
 

Beeld Play to Move


Vervolgens ziet Nio ‘challenges’ verschijnen die hem ‘energiepunten’ zullen opleveren. Zoals ‘vliegen’: schommel zo hoog als je kunt en spring dan van de schommel af. Beloning: 20 energiepunten. Of ‘complimentjes’: schrijf met stoepkrijt complimentjes bij je buren op de stoep. Beloning: 50 energiepunten. De punten bepalen Nio’s plaats in het online-scorebord. Als hij vaak genoeg van de schommel springt, wordt hij vanzelf de beste buitenspeler van zijn klas. Of misschien wel van Nederland.

 

Beeld Play to Move


Hij ziet de paradox zelf ook, zegt Jantje Beton-directeur Dave Ensberg-Kleijkers. Dat een apparaat kinderen van hun apparaten moet halen. ‘Maar we moeten aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. Je kan als een Don Quichot voor het buitenspeelgeloof vechten en tegen de schermen strijden, maar die schermen gaan niet meer weg. We moeten ze inzetten om het probleem op te lossen.’


Het probleem is reëel, onderstreept hij. Jantje Beton doet als goed doel sinds 1968 al onderzoek naar buitenspelen. De laatste resultaten zijn weinig hoopvol. In 2013 speelde 20 procent van de kinderen nog elke dag buiten, in 2018 was dat gedaald naar 14 procent. In 2019 speelde 15 procent van de kinderen zelfs helemaal niet buiten. Dat brengt gezondheidsrisico’s met zich mee, zegt Ensberg-Kleijkers. ‘Kinderen die weinig buitenspelen kunnen een achterstand oplopen in hun motoriek of in de sociale ontwikkeling. Steeds meer kinderen krijgen obesitas. Door slechte voeding, maar ook doordat ze te weinig bewegen. En onderzoek laat zien dat kinderen die te veel op schermen kijken, eerder bijziend worden en een bril nodig hebben.’
 

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onderstreept het belang van buitenspelen en stak 40 duizend euro in de game Play to Move. Op dit moment wordt de proefversie door kinderen in Amsterdam getest. Het idee is dat ze op hun telefoon of computer kunnen zien welke challenges ze in de buurt kunnen doen. Ze gaan naar buiten, doen opdrachten en hebben hun telefoon niet meer nodig. Thuis verifiëren hun ouders of ze de opdrachten hebben gehaald – zoals ‘versier je fiets en rij een rondje door de buurt’ – en krijgen ze punten.

 

Beeld Pleintje


De punten in het concurrerende Pleintje heten ‘knikkers’, kinderen verdienen ze met tikkertje of een potje voetbal. Net als de makers van de Jantje Beton-app zijn initiatiefnemers Teun Latour (24), Mick Remmers (24) en Maarten Roetman (28) geïnspireerd door beloningssystemen uit videogames, die alsmaar prikkelen door te blijven spelen. De studenten aan de Hogeschool van Amsterdam voeren dat effect verder door: met genoeg knikkers halen kinderen nieuwe levels en kunnen ze het uiterlijk van hun avatar aanpassen, net als in de populaire game Fortnite.
 

Beeld Hilde Harshagen

Het immens populaire Pokémon Go liet volgens Latour zien dat een app kinderen wel degelijk naar buiten kan krijgen. Maar waar kinderen daar ‘als zombies’ achter hun telefoon aanliepen, is Pleintje gericht op 29 minuten ‘echt spelen’ voor elke minuut die ze op hun telefoon nodig hebben om een spel te beginnen.
 

Opvoedexperts zijn enthousiast. Jeugdarts Vasanthi Iyer staat achter elk middel dat kinderen buiten krijgt, ook vanuit haar functie als projectleider Onderwijs bij TNO in Leiden. ‘Niet alleen schermen zijn slecht voor de ogen van kinderen, ook het gebrek aan buitenlicht. Als een app ze vaker buiten krijgt, is dat winst .’
 

Ook de 6-jarige Nio reageert goed op de testversie van Play to Move. Zijn vader is in november verhuisd naar een nieuwbouwwoning aan een drukke weg, zonder speeltuintjes in de buurt. Hij is nog ‘heel weinig’ buiten geweest om te spelen. Als Nio in het computerspel ziet dat hij twintig punten krijgt voor het vinden van het hoogste en het laagste huisnummer in zijn buurt, kijkt hij de Volkskrantjournalist hoopvol aan. Buiten rent hij over straat, na tien minuten heeft hij een ‘1’ en een ‘69' gevonden. Thuis wil hij meteen door naar het volgende buitenspelletje, om meer punten te verdienen.



Bron: De Volkskrant.

De app Play to Move van Jantje Beton is één van de vier winnaars van de challenge "Bewegen in de open ruimte" van het Ministerie van VWS en Sportinnovator. In het najaar van 2019 zijn ze in Amsterdam gestart met hun pilot Play2Move. Jantje Beton wil daarmee de nieuwe generatie spelers stimuleren om naar buiten te gaan. Op 25 september 2019 werden de vier winnaars, Sportbedrijf Arnhem, Consulting Kids, Jantje Beton en Novasports, bekend gemaakt. Het gaat om vier (fysieke) oplossingen/concepten die sporten en bewegen in de openbare ruimte nog makkelijker, leuker en beter te maken. Zij ontvangen ieder €40.000,- om hun pilot of prototype te realiseren en te testen. Sportinnovator schreef al eerder een artikel over hoe Jantje Beton met hun Play2Move een brug willen slaan tussen online en offline (buiten) spelen.